Uitgave:

Alle Pieron, FILOSOFIE, een inleiding. Vijf delen, 2004.

ISBN 9076369216

Prijs inclusief portokosten: € 77,-

Het boek begint met de volgende introducte, die een idee kan geven van de opzet.

INTRODUCTIE. OPZET

Het lag oorspronkelijk in mijn bedoeling om binnen deze Inleiding de hoofdtekst te combineren met de bijlagen (‘excursussen’), en dat in directe samenhang met de analyses van en de discussies bij deze teksten. Maar dit werd te ingewikkeld, daarom werden de excursussen (Exc) en de analyse/discussie (AD) afzonderlijk opgezet.
Bovendien werd het in de loop van de tijd duidelijk dat het nuttig was om de meer technische vraag-stukken binnen de filosofie te scheiden van de actuele en alledaagse problemen. De laatste komen dan ook in een afzonderlijke afdeling, de korte cursus filosofie (KCF), aan de orde.
De begrippenlijst probeert de filosofie in kernbegrippen samen te vatten en heeft nog al eens een zelfstandige betekenis.
De kritieken geven een persoonlijke, vaak samenvattende visie op een aantal onderwerpen dat binnen het boek een belangrijke plaats inneemt.

Het volgende overzicht geeft de opbouw en samenhang binnen deze Inleiding weer.

0. Oriëntatie
1. Filosofie: ontstaan en betekenis                             AD.I

Exc.I.         Zekerheid en evenwicht

2. Vraag en methode
3. De logica

Exc.II.         Analogie
Exc.III.        De paradox
Exc.IV.        Denken en logica. De computer als model van de geest

4. Menselijke communicatie                                AD.II

Exc.V.       De informatietheorie
Exc.VI.     Beeld en gelijkenis
Exc.VII.      De metafoor
Exc.VIII.     Het symbool
Exc.IX.       De definitie

5. Religie                                            AD.IV.1-2
Exc.X.        De mythe als ritueel drama. De Eleusische mysteriën

6. Scepsis en speculatie                                AD.IV.3-4

Exc.XI.      De erotiek in de leer van Plato
Exc.XII.     De existentiële analyse. Sartre
Exc.XIII.    De ontwikkeling van het speculatieve en van het
sceptische denken  binnen de vroege Griekse filosofie
Exc.XIV.    Gevoel en emotie
Exc.XV.     Lichaam en geest
Exc.XVI.     Het structuralisme van Claude Lévi-Strauss

7. De natuurwetenschap                                AD.IV.5

Exc.XVII.      De dood: feit en existentieel vraagstuk
Exc.XVIII.    De technologie
Exc.XIX.       Rationaliteit en irrationaliteit binnen de wetenschap

8. Individu en samenleving
AD.V-VII
Exc.XX.         Cultuurkritiek. De sociale ontwerpen van Plato en Skinner
Exc.XXI.       Vrijheid en  waardigheid als humanistische begrippen
Exc.XXII.      De democratie
Exc.XXIII.     Vier politieke theorieën

9.  Beknopte argumentatieleer                            AD.III

Exc.XXIV.       Speculatieve en existentiële vormen van bewijsvoering
Exc.XXV.     Het kringbewijs
Exc.XXVI.     Het gebruik van analogieën binnen de argumentatie
Exc.XXVII.     Spel en strategie. De speltheorie

10. Filosofie van de kunst                                AD.VIII
10.0. Inleiding
10.1. Enige historische achtergronden

Exc.XXVIII.     De gulden snede
Exc.XXIX.       De romantiek
Exc.XXX.        Massacommunicatie

10.2. De esthetische ervaring
10.3. De kunst

Exc.XXXI.         De autonomie van de kunst. Art pur
Exc.XXXII.        De werkwijze van de kunstenaar
Exc.XXXIII.      Expressiviteit
Exc.XXXIV.      Het verhaal
Exc.XXXV.       Kunstzinnige ervaring. Dewey
Exc.XXXVI.       Kitsch
Exc.XXXVII.     De plaats van de criticus
Exc.XXXVIII.    Interpretatie als constructie
Exc.XXXIX.       (Post)moderniteit/(post)modernisme

10.4. De dichtkunst. Het lied der dwaze bijen
10.5. Muziek
10.6. De schilderkunst
10.7. Film. A Clockwork Orange

Exc. XL.            Het komische als informatieve en esthetische code
Exc. XLI.        Ruimte en tijd binnen de film
Exc. XLII.         Genre
Exc. XLIII.       De creatieve kracht van het beeld
Exc. XLIV.         Het melodrama

11. Filosofie in viervoud/Korte cursus filosofie
11.A. Vier filosofische ontwerpen
11.0. Inleiding
11.1. De Tao Te Tsjing
11.2. De Advaita Vedanta
11.3. Pensées
11.4. Essais // 11.B. Korte cursus filosofie (KCF)
1. Scepsis
2. Het menselijke tekort
3. Natuur en cultuur

Exc. XLV.    Geschiedenis
Exc. XLVI.    Feminisme. De verschillen tussen mannen en vrouwen
Exc.XLVII.    Het nature-nurture debat
4. Virtus en wijsheid
5. Samenleving en politiek
6. De opvoeding

12. Filosofie. Analyse en discussie (AD)

13. Lijsten
Begrippenlijst
lijst van afkortingen

14. Verwijzingen
Bibliografie
Referenties
Index

De opzet van een inleiding in de filosofie kan niet anders dan complex zijn, omdat zij naast de technische kanten ook de journalistieke discussies aan de orde moet stellen. En dat betekent dat je te maken krijgt met een buitengewoon omvattend gebied. Vaak zul je bij een bespreking van een onderwerp niet veel meer kunnen doen dan een aanzet geven tot nadere studie buiten het boek om. Wel is geprobeerd de meest actuele vraagstukken uitvoeriger te analyseren.
Filosofie is een strijdtoneel: een grote reeks verschillende en vaak tegenstrijdige opvattingen staan er naast elkaar. Een inleiding kan daarmee nooit een vlot lezende, eenlijnige voorstelling van zaken geven. In dit boek wordt dit geïllustreerd aan de hand van de vele motto’s en noten die als aanknopingspunten dienen voor nadere analyse en discussie.
Er zijn binnen dit boek verschillende manieren om de stof aan te pakken. Wel is het nodig om te beginnen met de hoofstukken 0-3, maar daarna staat het je vrij verder te gaan met het hoofddeel, met de Korte Cursus Filosofie of met de Analyse/Discussie. Het heeft weinig of geen zin deze inleiding te gebruiken als een naslagwerk. Juist om de samenhang is het in dit boek te doen, en die kan alleen worden gevonden als je je de stof in grote lijnen eigen maakt.

Deze inleiding is analytisch van aard. Een enkele historische uiteenzetting -soms zelfs tot schema geabstraheerd- geeft je enig richtinggevoel, maar voor iedere biografische vingerwijzing (en aanvullende achtergrondsinformatie) ben je afhankelijk van andere bronnen.